dach

Vanuit Wiktionary, die vrye woordeboek.

Middelnederlands (dum)

Naamval Enkelvoud Meervoud
Nominatief dach m daghe
(laat:) daghen  
Genitief daghes,
daechs
daghe
(laat:) daghen
Datief daghe daghen
Akkusatief dach daghe
(laat:) daghen

Uitspraak

IPA: [dax], genitief: [ˈdaːɣəs̺, daːxs̺], datief: [ˈdaːɣə]; meervoud: [ˈdaːɣə], (laat:) [ˈdaːɣən], datief: [ˈdaːɣən]

Selfstandige naamwoord

    Betekenisse

Dag


Middelsaksies (qmg)

Naamval Enkelvoud Meervoud
Nominatief dach dage
Genitief dages dage
Datief dage dagen
Akkusatief dach dage

Manlik

Uitspraak

IPA: [dax], genitief: [ˈdaːɣəs̺], datief: [ˈdaːɣə]; meervoud: [ˈdaːɣə], datief: [ˈdaːɣən]

Selfstandige naamwoord

    Betekenisse

Dag