maart

Vanuit Wiktionary, die vrye woordeboek.

Nederlands (nl)

Enkelvoud Meervoud
Naamwoord maart maartmaanden 
Verouderde vorme
Genitief maarts maartmaanden  
Datief maart maartmaanden

Manlik

Spelling tot 1934

Maart, meervoud: Maartmaanden

Uitspraak

IPA:
Nederlands: [maːrt], meervoud: [ˈmaːrtˌmaːndə(n)]
Belgies: [maːʀt], meervoud: [ˈmaːʀtˌmaːndə(n)]

Selfstandige naamwoord

    Betekenisse

Maart

    Sinonieme

lentemaand, windmaand