adresse

Afrikaans (af)

Meervoud van ☞ adres

Selfstandige naamwoord

Naamval	Enkelvoud		Meervoud
	Onbepaald	Bepaald	Onbepaald	Bepaald
Nominatief	adresse	adressa, (tot 1938:) adressen	adresser	adressene
Genitief	adresses	adressas, (tot 1938:) adressens	adressers	adressenes

Uitspraak

IPA: [aˈdrɛsə], bepaald: [aˈdrɛsa], (tot 1938:) [aˈdrɛsən]; meervoud: [aˈdrɛsər], bepaald: [aˈdrɛsənə]

    Betekenisse

Adres

Selfstandige naamwoord

	Enkelvoud		Meervoud
Naamval	Onbepaald	Bepaald	Onbepaald	Bepaald
Nominatief	adresse	adressen	adresser	adresserne
Genitief	adresses	adressens	adressers	adressernes

Uitspraak

IPA: [æˈd̥ʁæsə], bepaald: [æˈd̥ʁæsən]; meervoud: [æˈd̥ʁæsɐ], bepaald: [æˈd̥ʁæsɐnə]

    Betekenisse

Adres

Selfstandige naamwoord

	Enkelvoud	Meervoud
(sonder lidwoord)	adresse	adresses
(met lidwoord)	l'adresse	les adresses

Uitspraak

IPA: [aˈdʀɛs^ə], bepaald: [laˈdʀɛs^ə]; meervoud: [aˈdʀɛs^ə], bepaald: [lezaˈdʀɛs^ə]

    Betekenisse

Adres

Interlingue (ie)

Selfstandige naamwoord

Enkelvoud	Meervoud
adresse	adresses

Uitspraak

IPA: [aˈdrɛse], meervoud: [aˈdrɛsɛs]

    Betekenisse

Adres

Selfstandige naamwoord

Naamval	Enkelvoud		Meervoud
	Onbepaald	Bepaald	Onbepaald	Bepaald
Nominatief	adresse; (tot 1938:) adressa	adressa	adresser; (tot 1938:) adressor	adressene; (tot 1938:) adressone
Genitief	adresses; (tot 1938:) adressas	adressas	adressers; (tot 1938:) adressors	adressenes; (tot 1938:) adressones

Uitspraak

IPA: [aˈdrɛsə], (tot 1938:) [aˈdrɛsa]; bepaald: [aˈdrɛsa]; meervoud: [aˈdrɛsər], (tot 1938:) [aˈdrɛsur]; bepaald: [aˈdrɛsənə], (tot 1938:) [aˈdrɛsunə]

    Betekenisse

Adres