igusha

Vanuit Wiktionary, die vrye woordeboek.

Xhosa (xh)

Sonder kopulatief
Naamval Enkelvoud Meervoud
Nominatief   igusha     iigusha  
Vokatief   gusha     zigusha  
Lokatief   egusheni,
  kwigusha  
  ezigusheni,
  kwiigusha  
Met kopulatief
Nominatief
(positief)
  yigusha     zigusha  
Nominatief
(negatief)
  (k)akuyigusha     (k)akuzigusha  
Met besitskakels: igusha (possessief)

Klas 9,  meervoud: klas 10

Uitspraak

IPA:
sonder kopulatief: [iˈguːʃa], vokatief: [ˈguːʃa]; lokatief: [eguˈʃeːni, kˀɔ̯iˈguːʃa]; meervoud: [iːˈguːʃa], vokatief: [ziˈguːʃa]; lokatief: [eziguˈʃeːni, kˀɔ̯iːˈguːʃa]
met kopulatief: positief: [jiˈguːʃa], meervoud: [ziˈguːʃa]; negatief: [(kˀ)akˀujiˈguːʃa], meervoud: [(kˀ)akˀuziˈguːʃa]

Selfstandige naamwoord

    Betekenisse

Skaap


Zoeloe (zu)

Sonder kopulatief
Naamval Enkelvoud Meervoud
Nominatief   igusha     amagusha  
Vokatief   ligusha     magusha  
Lokatief   egusheni     emagusheni  
Met kopulatief
Nominatief
(positief)
  yigusha,
  ligusha  
  ngamagusha  
Nominatief
(negatief)
  (k)akuyigusha,
  (k)akuligusha  
  (k)akungamagusha  
Met besitskakels: igusha (possessief)

Klas 5,  meervoud: klas 6

Uitspraak

IPA:
sonder kopulatief: [iːˈguːʃa], vokatief: [liˈguːʃa]; lokatief: [eguˈʃeːni]; meervoud: [amaˈguːʃa], vokatief: [maˈguːʃa]; lokatief: [ɛmaguˈʃeːni]
met kopulatief: positief: [jiːˈguːʃa, liˈguːʃa], meervoud: [ŋgamaˈguːʃa]; negatief: [(kˀ)akˀujiːˈguːʃa, (kˀ)akˀuliˈguːʃa], meervoud: [(kˀ)akˀuŋgamaˈguːʃa]

Selfstandige naamwoord

    Betekenisse

Europese skaap

    Sinonieme

isiklabhu; (Afrikaanse skaap:) imvu