Carthaags (verbuiging)

Nederlands (nl)

Byvoeglike naamwoord

Hierdie tabelle verteenwoordig die grammatika wat voor 1947 amptelik in die Nederlandse skryftaal verplig was, hoewel dit in die spreektaal reeds lank nie meer gebruiklik was nie. Die meeste verboë vorme word vandag net nog in sommige idiome aangetref, maar in boeke van voor 1947 was dit gebruiklik.

Stellende trap

Sterk verbuiging (sonder lidwoord)

	Enkelvoud						Meervoud
Naamval	Manlik		Vroulik		Onsydig		Manlik		Vroulik		Onsydig
	Lidwoord	Vorm	Lidwoord	Vorm	Lidwoord	Vorm	Lidwoord	Vorm	Lidwoord	Vorm	Lidwoord	Vorm
Nominatief	—	Carthaagse (Vlaams voor klinkers en "h":) Carthaagsen	—	Carthaagse (Vlaams voor klinkers en "h":) Carthaagsen	—	Carthaags	—	Carthaagse (Vlaams voor klinkers en "h":) Carthaagsen	—	Carthaagse (Vlaams voor klinkers en "h":) Carthaagsen	—	Carthaagse (Vlaams voor klinkers en "h":) Carthaagsen
Genitief (verouder)	—	Carthaagsen	—	Carthaagse	—	Carthaagsen	—	Carthaagser	—	Carthaagser	—	Carthaagser
Datief (verouder)	—	Carthaagsen	—	Carthaagse	—	Carthaags	—	Carthaagsen	—	Carthaagsen	—	Carthaagsen
Akkusatief (verouder)	—	Carthaagsen	—	Carthaagse	—	Carthaags	—	Carthaagse	—	Carthaagse	—	Carthaagse

Swak verbuiging (met bepaalde lidwoord)

	Enkelvoud						Meervoud
Naamval	Manlik		Vroulik		Onsydig		Manlik		Vroulik		Onsydig
	Lidwoord	Vorm	Lidwoord	Vorm	Lidwoord	Vorm	Lidwoord	Vorm	Lidwoord	Vorm	Lidwoord	Vorm
Nominatief	de	Carthaagse (Vlaams voor klinkers en "h":) Carthaagsen	de	Carthaagse (Vlaams voor klinkers en "h":) Carthaagsen	het, 't	Carthaagse (Vlaams:) Carthaags	de	Carthaagse (Vlaams voor klinkers en "h":) Carthaagsen	de	Carthaagse (Vlaams voor klinkers en "h":) Carthaagsen	de	Carthaagse (Vlaams voor klinkers en "h":) Carthaagsen
Genitief (verouder)	des, 's	Carthaagsen	der	Carthaagse	des, 's	Carthaagsen	der	Carthaagse	der	Carthaagse	der	Carthaagse
Datief (verouder)	den	Carthaagsen	der	Carthaagse	den, het, 't	Carthaagse	den	Carthaagsen	den	Carthaagsen	den	Carthaagsen
Akkusatief (verouder)	den	Carthaagsen	de	Carthaagse	het, 't	Carthaagse	de	Carthaagse	de	Carthaagse	de	Carthaagse

Gemengde verbuiging (met onbepaalde lidwoord)

	Enkelvoud
Naamval	Manlik		Vroulik		Onsydig
	Lidwoord	Vorm	Lidwoord	Vorm	Lidwoord	Vorm
Nominatief	een, 'n	Carthaagse (Vlaams voor klinkers en "h":) Carthaagsen	een, 'n (verouder:) ene, 'ne	Carthaagse (Vlaams voor klinkers en "h":) Carthaagsen	een, 'n	Carthaags
Genitief (verouder)	eens, 'ns	Carthaagsen	ener	Carthaagse	eens, 'ns	Carthaagsen
Datief (verouder)	enen, 'nen	Carthaagsen	ener	Carthaagse	enen, 'nen een, 'n	Carthaags
Akkusatief (verouder)	enen, 'nen	Carthaagsen	ene, 'ne	Carthaagse	een, 'n	Carthaags

Gesubstantiveerde verbuiging

	Enkelvoud						Meervoud
Naamval	Manlik		Vroulik		Onsydig		Manlik		Vroulik		Onsydig
	Lidwoord	Vorm	Lidwoord	Vorm	Lidwoord	Vorm	Lidwoord	Vorm	Lidwoord	Vorm	Lidwoord	Vorm
Nominatief	de	Carthaagse	de	Carthaagse	het, 't	Carthaagse	de	Carthaagsen	de	Carthaagsen	de	Carthaagsen
Genitief (verouder)	des, 's	Carthaagsen	der	Carthaagse	des, 's	Carthaagsen	der	Carthaagsen	der	Carthaagsen	der	Carthaagsen
Datief (verouder)	den	Carthaagse	der	Carthaagse	den, het, 't	Carthaagse	den	Carthaagsen	den	Carthaagsen	den	Carthaagsen
Akkusatief (verouder)	den	Carthaagse	de	Carthaagse	het, 't	Carthaagse	de	Carthaagsen	de	Carthaagsen	de	Carthaagsen