gegisch (verbuiging)

Vanuit Wiktionary, die vrye woordeboek.

Duits (de)[wysig]

Byvoeglike naamwoord[wysig]

Stellende trap[wysig]

Sterk verbuiging (sonder lidwoord)[wysig]
Enkelvoud Meervoud
Naamval Manlik Vroulik Onsydig Alle geslagte
Nominatief gegischer gegische gegisches gegische
Genitief gegischen gegischer gegischen gegischer
Datief gegischem gegischer gegischem gegischen
Akkusatief gegischen gegische gegisches gegische



Swak verbuiging (met bepaalde lidwoord)[wysig]
Enkelvoud Meervoud
Naamval Manlik Vroulik Onsydig Alle geslagte
Lidwoord Vorm Lidwoord Vorm Lidwoord Vorm Lidwoord Vorm
Nominatief der gegische die gegische das gegische die gegischen
Genitief des gegischen der gegischen des gegischen der gegischen
Datief dem gegischen der gegischen dem gegischen den gegischen
Akkusatief den gegischen die gegische das gegische die gegischen



Gemengde verbuiging (met ein, kein ens.)[wysig]
Enkelvoud Meervoud
Naamval Manlik Vroulik Onsydig Alle geslagte
Lidwoord Vorm Lidwoord Vorm Lidwoord Vorm Lidwoord Vorm
Nominatief ein gegischer eine gegische ein gegisches (keine) gegischen
Genitief eines gegischen einer gegischen eines gegischen (keiner) gegischen
Datief einem gegischen einer gegischen einem gegischen (keinen) gegischen
Akkusatief einen gegischen eine gegische ein gegisches (keine) gegischen



Gesubstantiveerde verbuiging[wysig]

Sterk verbuiging (sonder lidwoord of met ein, kein ens.)[wysig]
Enkelvoud Meervoud
Naamval Manlik Vroulik Onsydig Alle geslagte
Nominatief Gegischer Gegische Gegisches Gegische
Genitief Gegischen Gegischer Gegischen Gegischer
Datief Gegischem Gegischer Gegischem Gegischen
Akkusatief Gegischen Gegische Gegisches Gegische



Swak verbuiging (met bepaalde lidwoord)[wysig]
Enkelvoud Meervoud
Naamval Manlik Vroulik Onsydig Alle geslagte
Lidwoord Vorm Lidwoord Vorm Lidwoord Vorm Lidwoord Vorm
Nominatief der Gegische die Gegische das Gegische die Gegischen
Genitief des Gegischen der Gegischen des Gegischen der Gegischen
Datief dem Gegischen der Gegischen dem Gegischen den Gegischen
Akkusatief den Gegischen die Gegische das Gegische den Gegischen