Gaan na inhoud

houwt

Vanuit Wiktionary, die vrye woordeboek.
Hulp:IPA: [ɦɑʊ̯t]
   
(lêer)
  1. tweede persoon enkelvoud teenwoordige tyd van houwen
  2. derde persoon enkelvoud teenwoordige tyd van houwen
  3. (verouderd) gebiedende wys meervoud van houwen
1.: Jij houwt.
2.:Hij, zij, het houwt.
3.: Houwt!

    Homofone

hout, houd, houdt