Gaan na inhoud

Bomi

Vanuit Wiktionary, die vrye woordeboek.
Naamval Enkelvoud
(sonder lidwoord) (met onbepaalde
lidwoord)
(met bepaalde
lidwoord)
Nominatief   Bomi   eng Bomi   d'Bomi  
Datief   Bomi   enger Bomi   der Bomi  
Akkusatief   Bomi   eng Bomi   d'Bomi  
Naamval Meervoud
(sonder lidwoord) (met bepaalde lidwoord)
Nominatief   (voor spreekpouse,
klinkers, "d", "h",
"n", "t" of "z":
)
  Bomien
  (elders:)
  Bomie  
  (voor spreekpouse,
klinkers, "d", "h",
"n", "t" of "z":
)
  d'Bomien
  (elders:)
  d'Bomie  
Datief   (voor spreekpouse,
klinkers, "d", "h",
"n", "t" of "z":
)
  Bomien
  (elders:)
  Bomie  
  (voor spreekpouse,
klinkers, "d", "h",
"n", "t" of "z":
)
  de Bomien
  (elders:)
  de Bomie  
Akkusatief   (voor spreekpouse,
klinkers, "d", "h",
"n", "t" of "z":
)
  Bomien
  (elders:)
  Bomie  
  (voor spreekpouse,
klinkers, "d", "h",
"n", "t" of "z":
)
  d'Bomien
  (elders:)
  d'Bomie  
IPA:
nominatief: [ˈboːmi], onbepaald: [ɛŋˈboːmi], bepaald: [ˈdboːmi]; meervoud: (voor spreekpouse, klinkers, "d", "h", "n", "t" of "z":) [ˈboːmiən], (elders:) [ˈboːmiə]; bepaald: (voor spreekpouse, klinkers, "d", "h", "n", "t" of "z":) [ˈdboːmiən], (elders:) [ˈdboːmiə]
datief: [ˈboːmi], onbepaald: [ɛŋɐˈboːmi], bepaald: [dɐˈboːmi]; meervoud: (voor spreekpouse, klinkers, "d", "h", "n", "t" of "z":) [ˈboːmiən], (elders:) [ˈboːmiə]; bepaald: (voor spreekpouse, klinkers, "d", "h", "n", "t" of "z":) [dəˈboːmiən], (elders:) [dəˈboːmiə]
Ouma