Gaan na inhoud

Summer

Vanuit Wiktionary, die vrye woordeboek.
Naamval Enkelvoud
(sonder lidwoord) (met onbepaalde
lidwoord)
(met bepaalde
lidwoord)
Nominatief   Summer   e Summer   de Summer  
Datief   Summer   engem Summer   dem Summer  
Naamval Meervoud
(sonder lidwoord) (met bepaalde lidwoord)
Nominatief   (voor spreekpouse,
klinkers, "d", "h",
"n", "t" of "z":
)
  Simmer, Summeren
  (origens:)
  Simmer, Summere  
  (voor spreekpouse,
klinkers, "d", "h",
"n", "t" of "z":
)
  d'Simmer, d'Summeren
  (origens:)
  d'Simmer, d'Summere  
Datief   (voor spreekpouse,
klinkers, "d", "h",
"n", "t" of "z":
)
  Simmer, Summeren
  (origens:)
  Simmer, Summere  
  (voor spreekpouse,
klinkers, "d", "h",
"n", "t" of "z":
)
  de Simmer, de Summeren
  (origens:)
  de Simmer, de Summere  
IPA:
nominatief: [ˈzʊmɐ], onbepaald: [əˈzʊmɐ], bepaald: [dəˈzʊmɐ]; meervoud: (voor spreekpouse, klinkers, "d", "h", "n", "t" of "z":) [ˈzɪmɐ, ˈzʊməʀən], (origens:) [ˈzɪmɐ, ˈzʊməʀə]; bepaald: (voor spreekpouse, klinkers, "d", "h", "n", "t" of "z":) [ˈtsɪmɐ, ˈtsʊməʀən], (origens:) [ˈtsɪmɐ, ˈtsʊməʀə]
datief: [ˈzʊmɐ], onbepaald: [ɛŋəmˈzʊmɐ], bepaald: [dəmˈzʊmɐ]; meervoud: (voor spreekpouse, klinkers, "d", "h", "n", "t" of "z":) [ˈzɪmɐ, ˈzʊməʀən], (origens:) [ˈzɪmɐ, ˈzʊməʀə]; bepaald: (voor spreekpouse, klinkers, "d", "h", "n", "t" of "z":) [dəˈzɪmɐ, dəˈzʊməʀən], (origens:) [dəˈzɪmɐ, dəˈzʊməʀə]
Somer