månad

Vanuit Wiktionary, die vrye woordeboek.

Nieu-Noors (nn)

Naamval Enkelvoud Meervoud
Onbepaald Bepaald Onbepaald Bepaald
Nominatief månad m månaden månader månadene
Genitief månads månadens månaders månadenes

Spelling tot 1910

maanad, meervoud: maanader

Uitspraak

IPA: [˅moːna], bepaald: [˅moːnaən]; meervoud: [˅moːnaər], bepaald: [˅moːnaənə]

Selfstandige naamwoord

    Betekenisse

Maand


Sweeds (sv)

Naamval Enkelvoud Meervoud
Onbepaald Bepaald Onbepaald Bepaald
Nominatief månad g månaden månader månaderna
Genitief månads månadens månaders månadernas

Uitspraak

IPA: [˅moːnad], bepaald: [˅moːnadən]; meervoud: [˅moːnadər], bepaald: [˅moːnadəɳa]

Selfstandige naamwoord

    Betekenisse

Maand