zegel

Vanuit Wiktionary, die vrye woordeboek.

Nederlands (nl)

Enkelvoud Meervoud
Naamwoord zegel zegels 
Verouderde vorme
Genitief zegels zegels  
Datief zegel zegels

Manlik

Uitspraak

IPA:
Nederlands: [ˈzeːγ̊əɫ, ˈzeɪ̯γ̊əɫ], meervoud: [ˈzeːγ̊əɫs, ˈzeɪ̯γ̊əɫs]
Belgies: [ˈzeːʝəɫ], meervoud: [ˈzeːʝəɫs]

Selfstandige naamwoord

    Betekenisse

  1. Seël
  2. Posseël

    Sinonieme

2. postzegel