Gaan na inhoud

casă

Vanuit Wiktionary, die vrye woordeboek.
Naamval Enkelvoud Meervoud
Onbepaald Bepaald Onbepaald Bepaald
Nominatief casă
касэ
casa
каса
case
касе
casele
каселе
Genitief case
касе
casei
касей
case
касе
caselor
каселор
Datief case
касе
casei
касей
case
касе
caselor
каселор
Akkusatief casă
касэ
casa
каса
case
касе
casele
каселе
Vokatief casă
касэ
caselor
каселор
IPA:
onbepaald: [ˈkasə], genitief: [ˈkase]; meervoud: [ˈkase]
bepaald: [ˈkasa], genitief: [ˈkasej], vokatief: [ˈkasə]; meervoud: [ˈkasele], genitief: [ˈkaselor]
onbepaald:
ка́съ, genitief: ка́се; meervoud: ка́се
bepaald:
ка́са, genitief: ка́сей, vokatief: ка́съ; meervoud: ка́селе, genitief: ка́селѡр(ь)
onbepaald:
kasъ, genitief: kase; meervoud: kase
bepaald:
kasa, genitief: kaseĭ, vokatief: kasъ; meervoud: kaseлe, genitief: kaseлoр(ɤ̆)
onbepaald:
casă, genitief: case; meervoud: case
bepaald:
casa, genitief: caseĭ, vokatief: casă; meervoud: casele, genitief: caselor(ŭ)
onbepaald:
касэ, genitief: касе; meervoud: касе
bepaald:
каса, genitief: касей, vokatief: касэ; meervoud: каселе, genitief: каселор
Huis


Naamval Enkelvoud Meervoud
Onbepaald Bepaald Onbepaald Bepaald
Nominatief casă casa case casele
Genitief case casei case caselor
Datief case casei case caselor
Akkusatief casă casa case casele
Vokatief casă caselor
IPA:
onbepaald: [ˈkasə], genitief: [ˈkase]; meervoud: [ˈkase]
bepaald: [ˈkasa], genitief: [ˈkasej], vokatief: [ˈkasə]; meervoud: [ˈkasele], genitief: [ˈkaselor]
onbepaald:
ка́съ, genitief: ка́се; meervoud: ка́се
bepaald:
ка́са, genitief: ка́сей, vokatief: ка́съ; meervoud: ка́селе, genitief: ка́селѡр(ь)
onbepaald:
kasъ, genitief: kase; meervoud: kase
bepaald:
kasa, genitief: kaseĭ, vokatief: kasъ; meervoud: kaseлe, genitief: kaseлoр(ɤ̆)
onbepaald:
casă, genitief: case; meervoud: case
bepaald:
casa, genitief: caseĭ, vokatief: casă; meervoud: casele, genitief: caselor(ŭ)
Huis