echtgenoot

Vanuit Wiktionary, die vrye woordeboek.

Nederlands (nl)

Enkelvoud Meervoud
Naamwoord echtgenoot echtgenoten 
Verouderde vorme
Genitief echtgenotes echtgenoten  
Datief echtgenote echtgenoten

Manlik

Uitspraak

IPA:
Nederlands: [ˈɛxtxəˌnoːt, ˈɛxtxəˌnoʊ̯t], meervoud: [ˈɛxtxəˌnoːtə(n), ˈɛxtxəˌnoʊ̯tə(n)]
Belgies: [ˈɛɕtʝəˌnoə̯t], meervoud: [ˈɛɕtʝəˌnoə̯tə(n)]

Selfstandige naamwoord

    Betekenisse

Eggenoot

    Sinonieme

man, (verouder:) gade