hane

Vanuit Wiktionary, die vrye woordeboek.

Afrikaans (af)

Selfstandige naamwoord

    Betekenisse

Meervoud van ☞ haan


Noors boekmaal (nb)

Naamval Enkelvoud Meervoud
  Onbepaald Bepaald Onbepaald Bepaald
Nominatief hane hanen haner hanene  
Genitief hanes hanens haners hanenes

Manlik

Uitspraak

IPA: [˅hɑːnə], bepaald: [˅hɑːnən]; meervoud: [˅hɑːnər], bepaald: [˅hɑːnənə]

Selfstandige naamwoord

    Betekenisse

Haan


Deens (da)

Enkelvoud Meervoud
Naamval Onbepaald Bepaald Onbepaald Bepaald
Nominatief hane hanen haner hanerne  
Genitief hanes hanens haners hanernes

Gemeenslagtig

Uitspraak

IPA: [ˈhɛ̜ːnə], bepaald: [ˈhɛ̜ːnən]; meervoud: [ˈhɛ̜ːnɐ], bepaald: [ˈhɛ̜ːnɐnə]

Selfstandige naamwoord

    Betekenisse

Haan


Nieu-Noors (nn)

Naamval Enkelvoud Meervoud
Onbepaald Bepaald Onbepaald Bepaald
Nominatief hane hanen hanar hanane
Genitief hanes hanens hanars hananes

Manlik

Uitspraak

IPA: [˅hɑːnə], bepaald: [˅hɑːnən]; meervoud: [˅hɑːnɑr], bepaald: [˅hɑːnɑnə]

Selfstandige naamwoord

    Betekenisse

Haan


Sweeds (sv)

Naamval Enkelvoud Meervoud
Onbepaald Bepaald Onbepaald Bepaald
Nominatief hane hanen hanar hanarna
Genitief hanes hanens hanars hanarnas

Gemeenslagtig

Uitspraak

IPA: [˅haːnə], bepaald: [˅haːnən]; meervoud: [˅haːnar], bepaald: [˅haːnaɳa]

Selfstandige naamwoord

    Betekenisse

Haan

    Sinonieme

tupp