Gaan na inhoud

tag

Vanuit Wiktionary, die vrye woordeboek.
Naamval Enkelvoud Meervoud
Nominatief tag taga,
(Alemannies:) tagā
Genitief tages,
(Beiers ook:) tagas
tago
Datief tage,
(Beiers ook:) taga
(oudste vorm:)
tagum, tagom;

(9e eeu:)
tagun,
(Frankies:) tagon;

(10/11e eeu:)
tagen
Akkusatief tag taga,
(Alemannies:) tagā
Instrumentaal (oudste vorm:)
tagu;

(vanaf 9e eeu:)
tago
IPA: [tag]; genitief: [ˈtagəs̺], (Beiers ook:) [ˈtag̊ɐs̺]; datief: [ˈtagə], (Beiers ook:) [ˈtag̊ɐ]; instrumentaal: (oudste vorm:) [ˈtagʊ], (vanaf 9e eeu:) [ˈtago]; meervoud: [ˈtagɐ], (Alemannies:) [ˈtaga]; genitief: [ˈtago]; datief: (oudste vorm:) [ˈtagʊm, ˈtagom], (vanaf 9e eeu:) [ˈtagʊn], (Frankies:) [ˈtagon], (10/11e eeu:) [ˈtagən]
Dag