Gaan na inhoud

Schof

Vanuit Wiktionary, die vrye woordeboek.
Naamval Enkelvoud
(sonder lidwoord) (met onbepaalde
lidwoord)
(met bepaalde
lidwoord)
Nominatief   Schof   e Schof   d'Schof  
Datief   Schof   engem Schof   dem Schof  
Akkusatief   Schof   e Schof   d'Schof  
Naamval Meervoud
(sonder lidwoord) (met bepaalde lidwoord)
Nominatief   Scheef     d'Scheef  
Datief   Scheef     de Scheef  
Akkusatief   Scheef     d'Scheef  
IPA:
nominatief: [ʃoːf], onbepaald: [əˈʃoːf], bepaald: [tʃoːf]; meervoud: [ʃeːf], bepaald: [tʃeːf]
datief: [ʃoːf], onbepaald: [ɛŋəmˈʃoːf], bepaald: [dəmˈʃoːf]; meervoud: [ʃeːf], bepaald: [dəˈʃeːf]
Skaap