Gaan na inhoud

dwingen

Vanuit Wiktionary, die vrye woordeboek.
Stamtye
dwingendwonggedwongen  
Tydvorme
PersoonTeenwoordige TydVerlede Tyd
ikdwingdwong
jij, udwingt
hij, zij, hetdwingt
wij, jullie, zijdwingendwongen
Gebiedende WysVoltooide deelwoordOnvoltooide deelwoord
dwinggedwongendwingend
 
Hulp:IPA: [ˈdʋɪ.ŋə(n)]
   
(lêer)
dwin•gen
Dwing

    Eienskappe

iemand ~ tot
Oorganklike werkwoord.
HulpwerkwoordeBedrywendLydend
Onvoltooidworden
Voltooidhebbenzijn

Die voltooide deelwoord kan attributief gebruik word.
Sterke werkwoord van klas drie.
«Hij werd daartoe gedwongen
Hy is daartoe gedwing.