isifo

Xhosa (xh)

Sonder kopulatief
Naamval	Enkelvoud	Meervoud
Nominatief	isifo	izifo
Vokatief	sifo	zifo
Lokatief	esifweni, kwisifo	ezifweni, kwizifo
Met kopulatief
Nominatief (positief)	sifo	zifo
Nominatief (negatief)	(k)akusifo	(k)akuzifo
Met besitskakels: isifo (possessief)

sonder kopulatief: [iˈsiːfɔ], vokatief: [ˈsiːfɔ]; lokatief: [esiˈfɔ̯eːni, kˀɔ̯iˈsiːfɔ]; meervoud: [iˈziːfɔ], vokatief: [ˈziːfɔ]; lokatief: [eziˈfɔ̯eːni, kˀɔ̯iˈziːfɔ]

met kopulatief: positief: [ˈsiːfɔ], meervoud: [ˈziːfɔ]; negatief: [(kˀ)akˀuˈsiːfɔ], meervoud: [(kˀ)akˀuˈziːfɔ]

Sonder kopulatief
Naamval	Enkelvoud	Meervoud
Nominatief	isifo	izifo
Vokatief	sifo	zifo
Lokatief	esifweni	ezifweni
Met kopulatief
Nominatief (positief)	yisifo	yizifo
Nominatief (negatief)	(k)akuyisifo	(k)akuyizifo
Met besitskakels: isifo (possessief)

sonder kopulatief: [iˈsiːfɔ], vokatief: [ˈsiːfɔ]; lokatief: [esiˈfɔ̯eːni]; meervoud: [iˈziːfɔ], vokatief: [ˈziːfɔ]; lokatief: [eziˈfɔ̯eːni]

met kopulatief: positief: [jiˈsiːfɔ], meervoud: [jiˈziːfɔ]; negatief: [(kˀ)akˀujiˈsiːfɔ], meervoud: [(kˀ)akˀujiˈziːfɔ]