Gaan na inhoud

kopen

Vanuit Wiktionary, die vrye woordeboek.
Hulp:IPA: ['kopə(n)]
(lêer)
Stamtye
kopenkochtgekocht  
Tydvorme
PersoonTeenwoordige TydVerlede Tyd
ikkoopkocht
jij, ukoopt
hij, zij, hetkoopt
wij, jullie, zijkopenkochten
Gebiedende WysVoltooide deelwoordOnvoltooide deelwoord
koopgekochtkopend
 
Koop
«Ik heb een nieuwe auto 'gekocht
Ek het 'n nuwe kar gekoop.

    Eienskappe

Oorganklike werkwoord.
HulpwerkwoordeBedrywendLydend
Onvoltooidworden
Voltooidhebbenzijn

Die voltooide deelwoord kan attributief gebruik word.
Swakke werkwoord met agtervoegsel -cht en klinkerwisseling.