Gaan na inhoud

ovis

Vanuit Wiktionary, die vrye woordeboek.
Naamval Enkelvoud Meervoud
Nominatief ovisovēs
Genitief ovisovium
Datief ovīovibus
Akkusatief ovem,
ovim
ovēs,
ovīs
Vokatief ovisovēs
Ablatief ove,
ovī
ovibus
OVIS, meervoud: OVES
IPA:
klassieke Latyn: [ˈɔwɪs], datief: [ˈɔwiː], akkusatief: [ˈɔwɛ̃(m), ˈɔwɪ̃(m)], ablatief: [ˈɔwɛ, ˈɔwiː]; meervoud: [ˈɔweːs], genitief: [ˈɔwijʊ̃(m)], datief: [ˈɔwɪbʊs], akkusatief: [ˈɔweːs, ˈɔwiːs]
Afrikaanse Kerklatyn: [ˈuə̯vəs], datief: [ˈuə̯vi], akkusatief: [ˈuə̯vem, ˈuə̯vəm], ablatief: [ˈuə̯və, ˈuə̯vi]; meervoud: [ˈuə̯veːs], genitief: [ˈuə̯vijœm], datief: [ˈuə̯vibœs], akkusatief: [ˈuə̯veːs, ˈuə̯vəs]
Italiaanse Kerklatyn: [ˈoːvis], datief: [ˈoːvi], akkusatief: [ˈoːvem, ˈoːvim], ablatief: [ˈoːve, ˈoːvi]; meervoud: [ˈoːves], genitief: [ˈɔːvium], ablatief: [ˈɔːvibus], akkusatief: [ˈoːves, ˈoːvis]
  1. Skaap
  2. Skaapooi