Gaan na inhoud

Vietnamicus

Vanuit Wiktionary, die vrye woordeboek.
Byvoeglike naamwoord
Stellend Enkelvoud Meervoud
Manlik   Vietnamicus     Vietnamicī  
Vroulik   Vietnamica     Vietnamicae  
Onsydig   Vietnamicum     Vietnamica  
Bywoord
  Vietnamicē  
Verdere verbuigings: Vietnamicus (verbuiging)
IPA:
klassieke Latyn:
byvoeglik: manlik: *[wijɛtˈnamɪkʊs], vroulik: *[wijɛtˈnamɪka], onsydig: *[wijɛtˈnamɪkʊ̃(m)]; meervoud: manlik: *[wijɛtˈnamɪkʲiː], vroulik: *[wijɛtˈnamɪkaɪ̯], onsydig: *[wijɛtˈnamɪka]
bywoordelik: *[wijɛtˈnamɪkʲeː]
Afrikaanse Kerklatyn:
byvoeglik: manlik: [vijetˈnɑːmikœs], vroulik: [vijetˈnɑːmikɑ], onsydig: [vijetˈnɑːmikœm]; meervoud: manlik: [vijetˈnɑːmisi], vroulik: [vijetˈnɑːmiseː], onsydig: [vijetˈnɑːmikɑ]
bywoordelik: [vijetˈnɑːmiseː]
Italiaanse Kerklatyn:
byvoeglik: manlik: [vietˈnaːmikus], vroulik: [vietˈnaːmika], onsydig: [vietˈnaːmikum]; meervoud: manlik: [vietˈnaːmitʃi], vroulik: [vietˈnaːmitʃe], onsydig: [vietˈnaːmika]
bywoordelik: [vietˈnaːmitʃe]
  1. Viëtnamees, van, betreffende, behorende die Viëtnamese.
  2. Viëtnamees, van, afkomstig uit, behorend tot, eie aan Viëtnam.
  3. Viëtnamees, van, betreffende die Viëtnamese taal.

    Sinonieme

Annamicus


Naamval Enkelvoud Meervoud
Nominatief Vietnamicus Vietnamicī
Genitief Vietnamicī Vietnamicōrum
Datief Vietnamicō Vietnamicīs
Akkusatief Vietnamicum Vietnamicōs
Vokatief Vietnamice Vietnamicī
Ablatief Vietnamicō Vietnamicīs
IPA:
klassieke Latyn: *[wijɛtˈnamɪkʊs], genitief: *[wijɛtˈnamɪkʲiː], datief: *[wijɛtˈnamɪkoː], akkusatief: *[wijɛtˈnamɪkʊ̃(m)], vokatief: *[wijɛtˈnamɪkʲɛ]; meervoud: *[wijɛtˈnamɪkʲiː], genitief: *[wijɛtnamɪˈkoːrʊ̃(m)], datief: *[wijɛtˈnamɪkʲiːs], akkusatief: *[wijɛtˈnamɪkoːs]
Afrikaanse Kerklatyn: [vijetˈnɑːmikœs], genitief: [vijetˈnɑːmisi], datief: [vijetˈnɑːmiku], akkusatief: [vijetˈnɑːmikœm], vokatief: [vijetˈnɑːmisə]; meervoud: [vijetˈnɑːmisi], genitief: [vijetnɑmiˈkuə̯rœm], datief: [vijetˈnɑːmisəs], datief: [vijetˈnɑːmikos]
Italiaanse Kerklatyn: [vietˈnaːmikus], genitief: [vietˈnaːmiʧi], datief: [vietˈnaːmiko], akkusatief: [vietˈnaːmikum], vokatief: [vietˈnaːmiʧe]; meervoud: [vietˈnaːmiʧi], genitief: [vietnamiˈkoːrum], datief: [vietˈnaːmiʧis], akkusatief: [vietˈnaːmikos]
Viëtnamees, inwoner, burger van Viëtnam.