Gaan na inhoud

scheppen

Vanuit Wiktionary, die vrye woordeboek.
Hulp:IPA: [ˈsχɛpə(n)]
(lêer)
Stamtye
scheppenschiepgeschapen  
Tydvorme
PersoonTeenwoordige TydVerlede Tyd
ikschepschiep
jij, uschept
hij, zij, hetschept
wij, jullie, zijscheppenschiepen
Gebiedende WysVoltooide deelwoordOnvoltooide deelwoord
schepgeschapenscheppend
 
Skep; uit niks laat ontstaan
«Dat schiep eindelijk duidelijkheid.»
Dit het eindelik duidelikheid geskep.

    Eienskappe

Oorganklike werkwoord.
HulpwerkwoordeBedrywendLydend
Onvoltooidworden
Voltooidhebbenzijn

Die voltooide deelwoord kan attributief gebruik word.
Sterke werkwoord van klas sewe.

Oorspronklik het hierdie werkwoord tot klasse 6 behoort.

Stamtye
scheppenscheptegeschept  
Tydvorme
PersoonTeenwoordige TydVerlede Tyd
ikschepschepte
jij, uschept
hij, zij, hetschept
wij, jullie, zijscheppenschepten
Gebiedende WysVoltooide deelwoordOnvoltooide deelwoord
schepgescheptscheppend
 
Skep; met bv. 'n lepel 'n hoeveelheid uitneem
«Hij schepte 'n paar aardappelen op z'n bord.»
Hy het 'n paar aartappels op sy bord geskep.

    Eienskappe

Oorganklike werkwoord.
HulpwerkwoordeBedrywendLydend
Onvoltooidworden
Voltooidhebbenzijn

Die voltooide deelwoord kan attributief gebruik word.
Swakke werkwoord met agtervoegsel -te.
Meervoud van ☞ schep..