Gaan na inhoud

winowôcz

Vanuit Wiktionary, die vrye woordeboek.
Naamval Enkelvoud Meervoud
Nominatief winowôcz winowacze
Genitief winowacza winowaczów
Datief winowaczowi winowaczom
Akkusatief winowôcz winowacze
Vokatief winowaczu winowacze
Instrumentaal winowaczã,
winowaczem
winowaczama
Lokatief winowaczu winowaczach
IPA: enkelvoud: nominatief: [viˈnɔvɞʧ], genitief: [viˈnɔvaʧa], datief: [vinɔˈvaʧɔvʲi], vokatief: [viˈnɔvaʧu], instrumentaal: [viˈnɔvaʧã, viˈnɔvaʧɛm], lokatief: [vinɔˈvaʧu]; meervoud: nominatief: [viˈnɔvaʧɛ], genitief: [vinɔˈvaʧof], datief: [vinɔˈvaʧom], instrumentaal: [vinɔˈvaʧama], lokatief: [vinɔˈvaʧax]
Akkusatief

    Sinonieme

akùzatiw

    Afkorting

wn