Bruder

Duits (de)

Naamval	Enkelvoud	Meervoud
Nominatief	Bruder m	Brüder
Genitief	Bruders	Brüder
Datief	Bruder	Brüdern
Akkusatief	Bruder	Brüder

Uitspraak

IPA: [ˈbruːdɐ], meervoud: [ˈbryːdɐ]

    Betekenisse

Broer; broeder.

    Vertalings

Vertalings:    Bruder
Afrikaans: broer(af); broeder(af) Arabies: أخ(ar) (ax) Deens: broder(da), bror(da) Engels: brother(en) Faroëes: bróðir(fo)		Herero: (broer, suster:) omuṱena Turks: erkek kardeş(tr), birader(tr) Yslands: bróðir(is) Zoeloe: ubhuti(zu)