Gaan na inhoud

plooien

Vanuit Wiktionary, die vrye woordeboek.
Stamtye
plooien plooide geplooid  
Tydvorme
Persoon Teenwoordige Tyd Verlede Tyd
ik plooi plooide
jij, u plooit
hij, zij, het plooit
wij, jullie, zij plooien plooiden
Gebiedende Wys Voltooide deelwoord Onvoltooide deelwoord
plooi geplooid plooiend
Verdere vervoegings: plooien (vervoeging)
Hulp:IPA: [ˈplo.jə(n)]
   
(lêer)
plooi•en
Plooie maak.

    Eienskappe

Oorganklike werkwoord.
Hulpwerkwoorde Bedrywend Lydend
Onvoltooid worden
Voltooid hebben zijn

Die voltooide deelwoord kan attributief gebruik word.
Swakke werkwoord met agtervoegsel -de.


Meervoud van ☞ plooi.