Gaan na inhoud

radost

Vanuit Wiktionary, die vrye woordeboek.
Naamval Enkelvoud Meervoud
Nominatief radost
радост
radosti
радости
Genitief radosti
радости
radosti
радости
Datief radosti
радости
radostima
радостима
Akkusatief radost
радост
radosti
радости
Vokatief radosti
радости
radosti
радости
Instrumentaal radosti,
radošću
радости,
радошћу
radostima
радостима
Lokatief radosti
радости
radostima
радостима
радост, meervoud: радости
رادۉست , meervoud: رادۉستى
IPA: [ˈra˥˧dɔːst], genitief: [ˈra˥˧dɔsti], instrumentaal: [ˈra˥˧dɔsti, ˈra˥˧dɔʃtɕu], lokatief: [ˈra˥˧dɔsti, raˈdɔ˧˥sti]; meervoud: [ˈra˥˧dɔsti], genitief: [ˈra˥˧dɔstiː, raˈdɔ˧˥stiː], datief: [ˈra˥˧dɔstima, raˈdɔ˧˥stima]
Vreug
Naamval Enkelvoud Meervoud
Nominatief radostradosti
Genitief radostiradosti
Datief radostiradostima
Akkusatief radostradosti
Vokatief radostiradosti
Instrumentaal radosti,
radošću
radostima
Lokatief radostiradostima
IPA: [ˈra˥˧dɔːst], genitief: [ˈra˥˧dɔsti], instrumentaal: [ˈra˥˧dɔsti, ˈra˥˧dɔʃtɕu], lokatief: [ˈra˥˧dɔsti, raˈdɔ˧˥sti]; meervoud: [ˈra˥˧dɔsti], genitief: [ˈra˥˧dɔstiː, raˈdɔ˧˥stiː], datief: [ˈra˥˧dɔstima, raˈdɔ˧˥stima]
Vreug

радост

Naamval Enkelvoud Tweevoud Meervoud
Nominatief radostradostiradosti
Genitief radostiradostiradosti
Datief radostiradostmaradostim
Akkusatief radostradostiradosti
Instrumentaal radostjoradostmaradostmi
Lokatief radostiradostihradostih
IPA:
enkelvoud: nominatief: [ˈraː˧˥dɔst], genitief: [ˈraː˧˥dɔsti], instrumentaal: [ˈraː˧˥dɔstjɔ]
tweevoud: nominatief: [ˈraː˧˥dɔsti], datief: [ˈraː˧˥dɔstma], lokatief: [ˈraː˧˥dɔstix]
meervoud: nominatief: [ˈraː˧˥dɔsti], datief: [ˈraː˧˥dɔstim], instrumentaal: [ˈraː˧˥dɔstmi], lokatief: [ˈraː˧˥dɔstix]
Vreug
Naamval Enkelvoud Meervoud
Nominatief radostradosti
Genitief radostiradostí
Datief radostiradostem
Akkusatief radostradosti
Vokatief radostirasdosti
Instrumentaal radostíradostmi
Lokatief radostiradostech
IPA: [ˈradɔst], genitief: [ˈradɔstʲɪ], instrumentaal: [ˈradɔstʲiː]; meervoud: [ˈradɔstʲɪ], genitief: [ˈradɔstʲiː], datief: [ˈradɔstɛm], instrumentaal: [ˈradɔstmɪ], lokatief: [ˈradɔstɛx]
Vreug