Gaan na inhoud

vechten

Vanuit Wiktionary, die vrye woordeboek.
Stamtye
vechtenvochtgevochten  
Tydvorme
PersoonTeenwoordige TydVerlede Tyd
ikvechtvocht
jij, uvecht
hij, zij, hetvecht
wij, jullie, zijvechtenvochten
Gebiedende WysVoltooide deelwoordOnvoltooide deelwoord
vechtgevochtenvechtend
 
Hulp:IPA: [ˈvɛχ.tə(n)]
   
(lêer)
vech•ten
Veg.

    Eienskappe

Inergatiewe werkwoord.
HulpwerkwoordeBedrywendOnpersoonlik lydend
Onvoltooidworden
Voltooidhebbenzijn

Die voltooide deelwoord kan nie attributief gebruik word nie.
Swakke werkwoord met agtervoegsel -cht en klinkerwisseling.
«Er wordt in dat land gevochten
Daar word in daardie land geveg.