wezen

Vanuit Wiktionary, die vrye woordeboek.

Nederlands (nl)

Enkelvoud Meervoud
Naamwoord wezen o wezens 
Verkleinwoord wezentje wezentjes

Uitspraak

Hulp:IPA: [ˈʋe.zə(n)]
   
(lêer)

Woordafbreking

we•zen

Selfstandige naamwoord

    Betekenisse

Wese
Stamtye
wezen was geweest  
Tydvorme
Persoon Teenwoordige Tyd Verlede Tyd
ik ben was
jij, u bent
hij, zij, het is
wij, jullie, zij zijn waren
Gebiedende Wys Voltooide deelwoord Onvoltooide deelwoord
wees geweest wezend
 

Werkwoord

    Betekenisse

Wees

    Eienskappe

Koppelwerkwoord.
Sterke werkwoord van klas vyf.