Gaan na inhoud

Februarius

Vanuit Wiktionary, die vrye woordeboek.
Byvoeglike naamwoord
Stellend Enkelvoud Meervoud
Manlik   Februārius     Februāriī  
Vroulik   Februāria     Februāriae  
Onsydig   Februārium     Februāria  
Bywoord
   ē  
Verdere verbuigings: Februarius (verbuiging)
IPA:
klassieke Latyn: manlik: [ɸɛbruˈaːrijʊs], vroulik: [ɸɛbruˈaːrija], onsydig: [ɸɛbruˈaːrijʊ̃(m)]; meervoud: manlik: [ɸɛbruˈaːrijiː], vroulik: [ɸɛbruˈaːrijaɪ̯], onsydig: [ɸɛbruˈaːrija]
Afrikaanse Kerklatyn: manlik: [febrɨˈjɑːrijœs], vroulik: [febrɨˈjɑːrijɑ], onsydig: [febrɨˈjɑːrijœm]; meervoud: manlik: [febrɨˈjɑːriji], vroulik: [febrɨˈjɑːrijeː], onsydig: [febrɨˈjɑːrijɑ]
Italiaanse Kerklatyn: manlik: [februˈaːrius], vroulik: [februˈaːria], onsydig: [februˈaːrium]; meervoud: manlik: [februˈaːrii], vroulik: [februˈaːrie], onsydig: [februˈaːria]
Van, betreffende, behorende tot, eie aan die maand Februarie.
Naamval Enkelvoud Meervoud
Nominatief Februārius m Februāriī
Genitief Februāriī Februāriōrum
Datief Februāriō Februāriīs
Akkusatief Februārium Februāriōs
Vokatief Februārie Februāriī
Ablatief Februāriō Februāriīs
IPA:
klassieke Latyn: [ɸɛbruˈaːrijʊs], genitief: [ɸɛbruˈaːrijiː], datief: [ɸɛbruˈaːrijoː], akkusatief: [ɸɛbruˈaːrijʊ̃(m)], vokatief: [ɸɛbruˈaːrijɛ]; meervoud: [ɸɛbruˈaːrijiː], genitief: [ɸɛbruaːriˈjoːrʊ̃(m)], datief: [ɸɛbruˈaːrijiːs], akkusatief: [ɸɛbruˈaːrijoːs]
Afrikaanse Kerklatyn: [febrɨˈjɑːrijœs], genitief: [febrɨˈjɑːriji], datief: [febrɨˈjɑːriju], akkusatief: [febrɨˈjɑːrijœm], vokatief: [febrɨˈjɑːrijə]; meervoud: [febrɨˈjɑːriji], genitief: [febrɨjɑriˈjuə̯rœm], datief: [febrɨˈjɑːrijəs], datief: [febrɨˈjɑːrijos]
Italiaanse Kerklatyn: [februˈaːrius], genitief: [februˈaːrii], datief: [februˈaːrio], akkusatief: [februˈaːrium], vokatief: [februˈaːrie]; meervoud: [februˈaːrii], genitief: [februariˈoːrum], datief: [februˈaːriis], akkusatief: [februˈaːrios]
Februarie