Gaan na inhoud

strzoda

Vanuit Wiktionary, die vrye woordeboek.
Naamval Enkelvoud Meervoud
Nominatief strzoda strzodë
Genitief strzodë strzodów,
strzod
Datief strzodze strzodóm
Akkusatief strzodã strzodë
Vokatief strzodo strzodë
Instrumentaal strzodą strzodama
Lokatief strzodze strzodach
IPA: [ˈsʧɔda], genitief: [ˈsʧɔdə], datief: [ˈsʧɔʣɛ], akkusatief: [ˈsʧɔdã], vokatief: [ˈsʧɔdɔ], instrumentaal: [ˈsʧɔdɔ̃]; meervoud: [ˈsʧɔdə], genitief: [ˈsʧɔdof, sʧɔd], datief: [ˈsʧɔdom], instrumentaal: [ˈsʧɔdama], lokatief: [ˈsʧɔdax]
Woensdag