Marisch

Nederlands (nl)

Byvoeglike naamwoord

Byvoeglike naamwoord
Stellend
Onverboë	Marisch
Verboë	Marische
Partitief

Uitspraak

IPA: [ˈmaːris], attributief: [ˈmaːrisə]

    Betekenisse

Tsjeremissies, van, betreffende die Mari's; van, afkomstig uit, behorend tot, eie aan Mari-El.

    Sinonieme

Tsjeremissisch

Nederlands (nl)

	Enkelvoud	Meervoud
Naamwoord	Marisch	—

Uitspraak

IPA: [ˈmaːris]

    Betekenisse

Tsjeremissies, 'n Fins-Oegriese taal.

    Sinonieme

Tsjeremissisch, Mari

    Vertalings

Vertalings:    Marisch
Afrikaans: Marijies(af), Tsjeremissies(af) Bosnies: marijski jezik(bs) Duits: Marijisch(de), Mari(de), Tscheremissisch(de) Engels: Mari(en), Cheremis(en) Kroaties: marijski jezik(hr) Russies: марийский язык(ru) (marijskij jazik), черемисский язык(ru) (tsjeremisskij jazik)		Serwies: маријски језик(sr) (marijski jezik) Sweeds: mariska(sv) Tataars: Çirmeş tele(tt) Turks: Çeremişçe(tr), Marice(tr) Yslands: maríjíska(is)