juni

Noors boekmaal (nb)

Naamval	Enkelvoud		Meervoud
	Onbepaald	Bepaald	Onbepaald	Bepaald
Nominatief	juni	junimåneden	junimåneder	junimånedene
Genitief	junis	junimånedens	junimåneders	junimånedenes

Spelling tot 1910

juni, meervoud: junimaaneder

Uitspraak

IPA: [ˈjʉːnɪ], bepaald: [˅jʉːnɪmoːn(ə)dən]; meervoud: [˅jʉːnɪmoːn(ə)dər], bepaald: [˅jʉːnɪmoːn(ə)dənə]

Selfstandige naamwoord

    Betekenisse

Junie

    Sinonieme

skjærsommer

Deens (da)

	Enkelvoud		Meervoud
Naamval	Onbepaald	Bepaald	Onbepaald	Bepaald
Nominatief	juni	junimåneden	junimåneder	junimånederne
Genitief	junis	junimånedens	junimåneders	junimånedernes

Spelling tot 1948

juni, meervoud: junimaaneder

Uitspraak

IPA: [ˈjuˑˀni], bepaald: [ˈjuˑˀniˌmo̜ːnəðən]; meervoud: [ˈjuˑˀniˌmo̜ːnəðɐ], bepaald: [ˈjuˑˀniˌmo̜ːnəðɐnə]

Selfstandige naamwoord

    Betekenisse

Junie

    Sinonieme

skærsommer

Faroëes (fo)

Naamval	Enkelvoud		Meervoud
	Onbepaald	Bepaald	Onbepaald	Bepaald
Nominatief	juni	junimánaðin	junimánaðir	junimánaðirnir
Genitief	juni	junimánaðarins	junimánaða	junimánaðanna
Datief	juni	junimánaðinum	junimánaðum	junimánaðunum
Akkusatief	juni	junimánaðin	junimánaðir	junimánaðirnar

Uitspraak

IPA:

onbepaald: [ˈjuːni]; meervoud: [ˈjuːniˌmɔa̯najɪɹ], genitief: [ˈjuːniˌmɔa̯nava], datief: [ˈjuːniˌmɔa̯navʊn]

bepaald: [ˈjuːniˌmɔa̯navʊɹɪn], genitief: [ˈjuːniˌmɔa̯navaɹɪn̥s], datief: [ˈjuːniˌmɔa̯najɪnʊn], akkusatief: [ˈjuːniˌmɔa̯najɪn]; meervoud: [ˈjuːniˌmɔa̯najɪnɪɹ], genitief: [ˈjuːniˌmɔa̯navanːa], datief: [ˈjuːniˌmɔa̯navʊnʊn], akkusatief: [ˈjuːniˌmɔa̯najɪnaɹ]

Selfstandige naamwoord

    Betekenisse

Junie

Nederlands (nl)

	Enkelvoud	Meervoud
Naamwoord	juni	junimaanden
Verouderde vorme
Genitief	junis	junimaanden
Datief	juni	junimaanden

Spelling tot 1934

Juni, meervoud: Junimaanden

Uitspraak

IPA: [ˈjyni], meervoud: [ˈjyniˌmaːndə(n)]

Selfstandige naamwoord

    Betekenisse

Junie

    Sinonieme

zomermaand, weidemaand

Nieu-Noors (nn)

Naamval	Enkelvoud		Meervoud
	Onbepaald	Bepaald	Onbepaald	Bepaald
Nominatief	juni	junimånaden	junimånader	junimånadene
Genitief	junis	junimånadens	junimånaders	junimånadenes

Spelling tot 1910

juni, meervoud: junimaanader

Uitspraak

IPA: [ˈjʉːnɪ], bepaald: [˅jʉːnɪmoːnaən]; meervoud: [˅jʉːnɪmoːnaər], bepaald: [˅jʉːnɪmoːnaənə]

Selfstandige naamwoord

    Betekenisse

Junie

    Sinonieme

skjærsommar

Sweeds (sv)

Naamval	Enkelvoud		Meervoud
	Onbepaald	Bepaald	Onbepaald	Bepaald
Nominatief	juni	junimånaden	junimånader	junimånaderna
Genitief	junis	junimånadens	junimånaders	junimånadernas

Uitspraak

IPA: [ˈjʉːni], bepaald: [˅jʉːnimoːnadən]; meervoud: [˅jʉːnimoːnadər], bepaald: [˅jʉːnimoːnadəɳa]

Selfstandige naamwoord

    Betekenisse

Junie

    Sinonieme

sommarmånad, midsommarmånad